PLUSPUNTEN
- De bloesempracht tijdens de bloeiperiode van de fruitbomen
- Mooie landschappen
- Romeinse tumuli (Twee Tommen)
- Versterkte vierkantshoeves
- Het ruim aanbod aan logies
Een stukje authentiek Haspengouw. In het zuiden van Limburg. Vooral gekend voor zijn fruit. Het glooiende landschap is uitstekend om aan fruitteelt en wijnbouw te doen. Een plek om helemaal tot rust te komen en toch alle hoekjes en kantjes te verkennen. Van de beekvalleien tot de heuvels, van de fruitboomgaarden tot de holle wegen.
In april ligt deze fietsroute in de schaduw van de fruitbloesems. Eerst bloeien de kersenbomen, dan de perenbomen en ten slotte de appelbomen met hun roze bloesems. Het fruitige Haspengouw staat echter het hele jaar door garant voor prachtige landschappen. Deze streek kent ook een heel rijk verleden die hiervan enkele sporen heeft nagelaten.
Bron: Fietskaart Limburg
De afstand van de fietsroute tot het dichtstbijzijnde treinstation is 5,5 km. Limburg heeft een dun spoor-netwerk. Dat heeft zijn voordelen tijdens het fietsen, maar is een nadeel voor wie met de trein naar deze regio wil komen. Een heuvelachtige regio met zeer veel, mooie en rustige fietspaden. We fietsen hoofdzakelijk langs auto-arme landbouwweggetjes. Voor velen zal een e-bike geen luxe zijn. Het glooiend landschap heeft dan weer het voordeel van de schitterende panorama’s.
Deze uitdagende fietsroute verdient beslist een 5* tijdens de bloesemperiode, maar ook doorheen het jaar zijn 4* zeker terecht.
Zoek je de betekenis van de sterretjes?
Je vindt de uitleg bij de informatie over de fietsblog op de homepagina.
Heers is een mooi vertrekpunt en een goede uitvalsbasis voor meerdere fietsroutes in de streek. Je kan vertrekken bij het Infopunt, maar de kans is groot dat je, net als wij, vertrekt aan je logeeradres. Wij logeerden in de B&B van het Wijndomein Marsnil in Batsheers tussen knooppunten 165 en 160. Ook Borlo is een goede keuze als vertrekplaats voor deze fietsroute.
Het graafschap Loon was een historisch graafschap in het Heilige Roomse Rijk. Omstreeks 1020 omvatte het slechts de streek van Borgloon, maar tegen 1200 strekte het zich uit over een groot deel van het huidige Belgisch Limburg. In feite had Belgisch Limburg de naam Loon moeten dragen. Vanaf 1366 was het graafschap in personele unie met het prinsbisdom Luik, maar het bleef een eigen politieke entiteit tot de Franse tijd. Loon verzette zich tegen het Huis Bourgondië en kwam nooit in de Bourgondische Kreits. Pas onder revolutionair Frankrijk werd Loon in 1794 op politiek vlak verenigd met de Nederlanden. Bron: Wikipedia
Limburg is een klein vestingstadje dat in de loop der eeuwen het hoofd bood aan elf belegeringen en acht branden. De pest kwam zes keer langs. De grootste vernietiging voltrok zich in 1675 toen Lodewijk XIV door deze streek trok. Hij zorgde ervoor dat op de kerk na, de meeste gebouwen van daarna dateren. Een lindeboom uit 1731 is zonder twijfel de oudste nog levende bewoner.
Van hieruit werd het half Dietse, half Waalse hertogdom Limburg bestuurd, grofweg geprangd tussen het prinsbisdom Luik en het hertogdom Gulik, met als belangrijkste steden Eupen en Limburg. Tijdens de slag van Woeringen (1288) veroverde Jan I van Brabant dit hertogdom dat voortaan in een personele unie bij Brabant werd gevoegd. Tussen 1404 en 1430 gingen Brabant en Limburg op in het Bourgondische rijk en ging het later deel uitmaken van de Spaanse Nederlanden.
Het is dit kleine stadje dat zijn naam heeft gegeven aan de Belgische en de Nederlandse provincie Limburg. Een historische vergissing van formaat, die we te danken hebben aan Willem I. Bij de oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1815 wilde de vorst maar wat graag ook de eeuwenoude titel van hertog van Limburg dragen. Dat het stadje Limburg en de streek errond deel werden van de provincie Luik, leek Willem niet te deren. Hij transplanteerde de oude naam simpelweg naar een andere plek. Bijgevolg heeft zowel Belgisch als Nederlands Limburg geen enkele historische band met het échte Limburg. Pas met de verschuivingen die gepaard gingen met de vastlegging van de taalgrens in 1962, ontstond een piepkleine overlap. De niet eens duizend inwoners van Teuven en Remersdaal mogen zichzelf historische Limburgers noemen. Bron: Bart Van Loo, Het Nieuwsblad 10 april 2021