PLUSPUNTEN
- Mooie fietspaden
- De imposante duinen
- De kernen van Vlissingen en Ouddorp
- De indrukwekkende waterwerken
- Het aanbod van horeca en logiesmogelijkheden
Fietsen langs de Nederlandse Kust betekent fietsen met de wind door de haren. Soms wind mee, soms wind tegen, maar altijd 'proef' je het heerlijke kustgevoel. De 610 km lange LF Kustroute kenmerkt zich door langgerekte duinstroken langs de Hollandse kust en door de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. Kleine badplaatsen en historische steden zorgen voor leuke tussenstops op de route. Langs de Waddenkust loopt de route door één van de rustigste en dunstbevolkte delen van Nederland met diverse authentieke (terp)dorpjes en stadjes. De route vormt het Nederlandse deel van de Internationale North Sea Cycle Route, EuroVelo 12, die over 7.000km door acht landen rond de Noordzee loopt.
Wij fietsten 170 km van de route van Breskens tot Katwijk aan Zee, waar we overstapten op de Limesroute (zie bij fietsroutes die je mogelijk ook wilt fietsen). We lieten ons ook leiden door het fietsboekje LF1 Noordzeeroute (2015-2de druk) van Bas van der Post, een uitgave van Buijten & Schipperheijn Recreatief.
Deze beoordeling en dus ook de plus- en de minpunten slaan enkel op het deel van de route dat wij hebben gefietst.
De LF Kustroute fietsen betekent niet dat je voortdurend langs de zeedijk fietst. Het betekent wél dat je vooral tijdens de vakantiemaanden door populaire vakantiebestemmingen fietst en het hier en daar wel druk kan zijn. Ook op de fietspaden. Het betekent ook niet dat je niet af en toe stevig moet duwen op hardnekkige duinenhellingen. Een e-bike kan voor sommige mensen ook hier een zegen zijn.
Het deel van de route dat wij fietsten kent voldoende afwisseling en enkele verrassende plekjes. Met heel af en toe een negatieve verrassing zoals de Fast Ferry in Rotterdam. Fast betekent niet dat je altijd snel aan de overkant bent. Hou daar zeker rekening mee, vooral wanneer je van zuid naar noord fietst. Ook de capaciteit van de boten kan in het hoogseizoen al eens onvoldoende zijn en dan worden fietsen bijna op een hoopje gegooid.
Zoek je de betekenis van de sterretjes hiernaast?
Je vindt de uitleg bij de informatie over de fietsblog op de homepagina.
Het eigenlijke startpunt ligt bij de grens met België, aan de Zwinstraat in het plaatsje Retranchement (Sluis). Als je voor je eigen routevariant zorgt en je start niet vanaf je woonplaats, kies dan een startplaats met een station of met een parkeerplaats (langparkeren) voor je wagen. Als je de route volledig wilt fietsen, start je in Cadzand-Bad in het zuiden of in Bad Nieuweschans in het noorden. Omdat wij de route wilden combineren (zie bij fietsroutes die je mogelijk ook wilt fietsen) hebben we gekozen voor het traject van Breskens tot Katwijk. De volledige route is bewegwijzerd in beide richtingen en volgt ook de knooppunten. De GPX van de volledige route gaat van noord naar zuid.
We hebben overnacht in Breskens. Breskens was in de 16de-17de eeuw de grens van de Spaanse Nederlanden met de Republiek der 7 Provinciën. Napoleon bouwde hier later opnieuw een fort als verdediging tegen de Engelsen. De contouren van dit laatste fort zijn nog te zien, maar het terrein is spijtig genoeg volgebouwd met vakantiehuisjes.
We starten onze LF Kustroute met de fiets(voet)veerboot over de Westerschelde naar Vlissingen op het Zeeuwse eiland Walcheren en trappen dan meteen over het Keizersbolwerk. Een vestingwerk uit 1548 dat in de Franse tijd werd uitgebreid en haar huidige vorm kreeg. De ‘Waterpoort’ is de enige intacte stadspoort die nog rest in Vlissingen. Sinds 1894 staat hier het standbeeld van de zeeheld Michiel de Ruyter.
De zandstranden van Walcheren zijn al vermaard sinds de 17de eeuw toen de Middelburgse elite hier de zomers doorbrachten.
De Westerschelde is pas in de Middeleeuwen ontstaan door stormvloeden die het veenriviertje de Honte hebben uitgespoeld tot het huidige estuarium ontstond. Oorspronkelijk was de Oosterschelde de monding van de Schelde. Het Verdrag van Londen uit 1839 garandeert (na eeuwen van blokkeringen) de vrije toegang tot de haven van Antwerpen via de Westerschelde.
Bij het Veerse Meer, een kunstmatig brakwatermeer dat is ontstaan door afdamming van het Veerse Gat, komen we via de westelijke dam op het eiland Noord-Beveland. Amper 3 kilometer verder staan we al bij de 9 kilometer lange Oosterscheldekering die ons scheidt van het duo-eiland Schouwen-Duiveland. Halverwege de kering ligt het voormalige werkeiland, Neeltje Jans.
We zijn onder de indruk van de gigantische kunstwerken die Nederland moeten beschermen tegen het water. Het zoute zeewater is echter ook een bron van inkomsten voor veel Zeeuwen, voor vissers, maar ook voor de mossel- en oesterkwekers. Daarom werden hier de stroomgeulen niet afgesloten en werd gekozen voor een bewegende waterkering.
Op het duo-eiland Schouwen-Duiveland verlaten we de kust en fietsen door natuurgebied de Kop van Schouwen, het grootste bos van Zeeland, het bos van Westenschouwen. In het dorpje Burgh gaan we op zoek naar de ringwalburg die aan het einde van de negende eeuw werd opgeworpen tegen de Noormannen. We kijken met verwondering naar de reconstructie midden in het dorp die er toch wat overwoekerd bijligt. In Zeeland waren er vijf van deze constructies waaronder ook deze van Middelburg en Domburg.
Na de bomen volgen mooie duinlandschappen met zandverstuivingen, valleien en duinweiden tot we bij Renesse komen. Van oorsprong is dit een kerkdorp, gebouwd rond de hervormde Jacobuskerk. Vandaag is het een populaire vakantieplek.
Via de Brouwersdam, met aan één kant de Noordzee en aan de andere kant de Grevelingen, de hotspot voor windsurfers en kitesurfers, bereiken we de voormalige eilanden en de duinen van Goeree-Overflakkee waar we in het gezellige Ouddorp overnachten.
We rijden hier over land. Maar dat is er niet altijd geweest. Het dorpje Goedereede lag in de 15de eeuw aan het water en was een welvarend havenstadje. Door verzanding kwam de haven steeds verder te liggen van het centrum. Nu kunnen we fietsen over de havendijk langs het havenkanaal naar het dorpje Havenhoofd. Ondanks het kanaal is de handel verdwenen en kunnen wij hier nu rustig fietsen. Het beeld van “De Visserman” herinnert nog aan de dagen tot ca. 1950, toen de vis nog met de mand op de schouder aan wal werd gebracht.
Over de Haringvlietdam bereiken we het eiland Voorne-Putten en de Voornse duinen die voor ons liggen. “Voornse Duin” behoort tot de mooiste en meest gevarieerde natuurgebieden van Nederland, ja zelfs van Europa. Dan wordt het kilometers fietsen langs de kustlijn met rustgevende panorama’s en een zilte zeelucht. Heerlijk toch! Tot het Oostvoornse Meer en de Brielse Gatdam. Want van hieraf begint de “Maasvlakte”. Eigenlijk ligt deze “vlakte” in zee. Het zand is opgespoten om het gebied aan de haven van Rotterdam te kunnen cadeau doen. Het contrast is enorm.
We moeten de Fast Ferry nemen naar Hoek van Holland. Nou ja ‘fast’ ben je in ieder geval niet aan de overkant want er zijn heel wat tussenstops. Hoek van Holland stelt zichzelf voor als de bruisende vierseizoenen badplaats van Rotterdam. Wat nog het meest opvalt, zijn de massa serres langs de smalle duinstrook tussen Hoek van Holland en Ter Heijde.
De Noordzeeroute komt niet door het centrum van Den Haag, maar gaat wel langs het beroemde stadsdeel aan de kust, Scheveningen. Met mooie oude villa’s en veel groen, van het reuzenrad naar de oude watertoren uit 1874. Sinds de 19deeeuw wordt in de duingebieden aan waterwinning gedaan voor de Hagenaars. Van het duingebied Meijendel rijden we zo het duingebied Berheide in. Beide zijn onderdeel van het Nationaal Park Hollandse Duinen.
Katwijk, aan de monding van de Rijn, dat grotendeels werd afgebroken om plaats te maken voor de Atlantikwall is ons (voorlopig) eindpunt van de Kustroute. Van hieruit vertrekt immers de Limesroute.
Onze route start in Breskens waar we te gast waren bij Anitha en Eddy in hun B&B De Passant.
Helemaal onderin Nederland, waar de Schelde uitmondt in de Noordzee, ligt de prachtige vissersplaats Breskens. Daar, in het hart van deze badplaats, staat De Passant: een oude marechaussee kazerne die op stijlvolle wijze is omgebouwd tot een Bed & Breakfast met negen sfeervolle kamers met ieder een eigen badkamer.
Vanuit De Passant vind je op loopafstand de vissershaven en de jachthaven en natuurlijk het schoonste strand van Nederland. In De Passant hebben we genoten van de gastvrijheid, de rust en de gezelligheid, een lekker ontbijt en een heerlijke plek om te slapen.
De B&B heeft ook een veilige fietsenstalling met oplaadpunten voor e-bikes. Kinderen en huisdieren worden niet toegelaten.
We logeerden in het gezellige Ouddorp in Hotel Akershoek, centraal gelegen in het centrum van Ouddorp aan Zee. Hotel Akershoek is sinds eind 19e eeuw een begrip op de “Kop van Goeree”. De naam “Akershoek” dateert ook uit die tijd. De oorspronkelijke eigenaar was namelijk Willem Akershoek.
Vroeger beschikte het hotel over kamers die hoofdzakelijk door één persoon werden gebruikt. Meestal waren dat vertegenwoordigers (reizigers) die op de fiets het eiland bezochten om hun “waar” aan de man te brengen. Nu heeft het hotel 8 hotelkamers die comfortabel en bovenal gezellig zijn ingericht. Alle hotelkamers zijn voorzien van een eigen douche en toilet.
We logeerden niet in Katwijk, maar reden door tot Leiden dat enkele kilometers van de kust verwijderd ligt. Hotel de Doelen bevindt zich aan het Rapenburg, één van de mooiste grachten van Nederland, in een fraai Patriciërshuis. Patriciërshuizen waren panden van zeer voorname, niet adelijke personen of regenten. Omdat de woningen blijk moesten geven van de rijkdom van de bewoners, zijn ze vaak rijkelijk versierd. Het oorspronkelijk pand is gebouwd in 1638 in Hollands classicistische trant.
De naam van het hotel is afgeleid van de vroegere doelen. Een doelen was een oefenplek of schietbaan voor boogschutters en met geweer bewapende leden van de schutterij in de Nederlanden. Later werd de naam gebruikt voor een gebouw waarin boogschutters oefenden.
