Het verhaal van de Stinker en de Blinker
Eén van de meest gekende zichten uit de streek vormen het Schipdonkkanaal en het Leopoldkanaal, in de volksmond ook de “Blinker” en de “Stinker” genoemd. Vanaf Strobrugge (Maldegem) tot aan de zee lopen deze twee kanalen broederlijk naast elkaar en dat zorgt voor een uniek landschap. Het Leopoldkanaal (de “Blinker”) werd in 1845 gegraven en dient als ontwatering van de omliggende polders. De aanleiding van het graven van dit kanaal had te maken met de jonge Belgische staat. Voor het ontstaan van België in 1830 gebeurde de ontwatering van onze polders via het Lapscheurse Gat, een kreek die nog steeds de grens vormt tussen België en Nederland, waarna het water via Sluis en Cadzand in de zee werd afgevoerd. Na de afscheuring van België waren Belgen en Nederlanders een tijdlang niet de beste vrienden. De Nederlanders wilden niet dat de afwatering nog via hun land gebeurde en sloten de sluizen af. Het gevolg was dat de landerijen waterziek werden. Als oplossing werd het Leopoldkanaal gegraven. De Leopoldvaart kreeg in de volksmond de bijnaam de “Blinker” omdat het de properste van de twee vaarten was.
Het Schipdonkkanaal (de “Stinker”) werd in 1852 gegraven en is een afleidingskanaal dat het overtollige water van de Leie moet afvoeren. De bijnaam “Stinker” had ze zeker niet gestolen want het afgevoerde water was sterk vervuild door de industrie en de vlasroterij uit het Kortrijkse. Vandaag stinkt de “Stinker” niet meer en zit er zelfs vis in het water. En wie nog mocht twijfelen: dit landschap is prachtig in elk seizoen. Bron: Hendrik De Leyn, www.damme-online.com.