PLUSPUNTEN
- De gezellige dorpskernen
- De landelijke fietspaden
- Het groot aantal picknickplaatsen
- Valkenswaard als logiesstad en Eersel om te lunchen
Waar komt de Brabantse gemoedelijkheid beter tot zijn recht dan in de Acht Zaligheden?
De pittoreske dorpjes in het prachtige landschap van de Brabantse kempen ademen de sfeer van Bourgondische gezelligheid en het goede leven uit.
De 8 zaligheden zijn eigenlijk 8 armere dorpskernen en dus mogen we geen grootse dingen verwachten. Op deze tocht moet je genieten van de schoonheid van de natuur en van dorpjes op mensenmaat.
Bron: Fietsnetwerk Nederland
Een ideale route om over twee dagen te spreiden. De route door de Brabantse Kempen voelt als een verademing. Kronkelend over landelijke wegen voel je de drukte van je afglijden.
Hoewel Casteren niet tot de 8 Zaligheden behoort, is het een goede startplaats die de route in twee mooie -bijna gelijke- etappes verdeelt met de mogelijkheid te overnachten in Valkenswaard.
Je fietst bijna altijd over schitterende fietspaden, maar niet altijd. Ook de kruispunten zijn voor fietsers zeer goed en duidelijk leesbaar georganiseerd. Maar goed ook want de Nederlandse autobestuurder is minder hoffelijk dan zijn fietsende alterego.
Soms zijn de trajecten wat eentonig al blijft het altijd heerlijk fietsen.
Zoek je de betekenis van de sterretjes?
Je vindt de uitleg bij de informatie over de fietsblog op de homepagina.
Er zijn wel meer mogelijkheden om te starten en zelf je route in te delen. Wij vonden Casteren een goede plek en het restaurant gaf ons toelating om de wagen op hun parking achter te laten. Je vindt enkele suggesties om te overnachten bij de praktische tips.
De Acht Zaligheden of Selligheden is de van oorsprong schertsende benaming voor een achttal armoedige dorpen uit de Noord-Brabantse Kempen, ten zuidwesten van Eindhoven. Het betreft de dorpen Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wintelre. Ze zouden zijn ontstaan tijdens de Belgische Opstand (1830-1839) door toedoen van het ingekwartierde Nederlandse leger. Het leger van weleer was voornamelijk afkomstig van boven de rivieren, aangezien er gevreesd werd voor mogelijke Noord-Brabantse steun aan de Belgische rebellen.
Vanaf de omwenteling in 1830 tot de Tiendaagse Veldtocht in 1831 verbleven en trokken al grote hoeveelheden militairen in en door de Kempen. Ook tijdens de daaropvolgende status quo, die tot 1839 bleef aanhouden, werden er militairen ingekwartierd bij de lokale boerenbevolking in de grensstreek. Deze soldaten bestonden voornamelijk uit protestantse mannen, waarvan enkele ook vermogend of geschoold waren en uit gebieden kwamen waar beduidend meer welvaart was. De Kempen daarentegen werd in de 19e eeuw beschouwd als achtergebleven en geïsoleerd gebied en was één van de armoedigste regio’s van het land. Zo bestond er weinig tot geen industrie en de overwegend rooms-katholieke bevolking, die voornamelijk bestond uit keuterboeren, leidde er door de onvruchtbare en schrale grond een zwaar en armoedig leven. Voornamelijk vanwege het grote contrast tussen beide partijen en het katholieke karakter werd deze grensstreek door het Nederlandse leger spottend “de Acht Zaligheden” genoemd. Bron: Wikipedia 08-2021
In 1648 moesten de Steenselse katholieken afstand doen van hun kerk ten gunste van de gereformeerde gemeenschap. Net zoals overal in de Generaliteitslanden, gebieden zoals Staats-Brabant die in de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden onder direct bestuur van de Staten-Generaal vielen. Het beeld van St. Lucia werd gered en later verplaatst naar de in 1672 betrokken katholieke schuurkerk, waar de verering doorging. Steensel wist een botfragment van Sint Lucia te bemachtigen, waarna de bedevaartgangers sinds de 17e eeuw richting deze Zaligheid trokken, ondanks dat dit verboden was gedurende de Generaliteitsperiode (1648-1796).
Op 13 december viert men al eeuwenlang de gedachtenis van Sint Lucia, de beschermster tegen besmettelijke ziekten. Sinds de tweede helft van de 18e eeuw, de tijd van de rode loop (dysenterie) epidemieën, is het rode Luciadraadje een beschermend object. Tegenwoordig wordt het draadje meestal in de portemonnee meegenomen, maar vroeger werd het rode draadje bij een bloeding ter genezing in een knoopsgat gedragen of op de kleding gespeld. Bron: Wikipedia 08-2021