PLUSPUNTEN
- de eigenzinnige badplaats De Haan
- de schilderachtige polderdorpjes
- landelijke horecazaken zoals bistro het Mortieken en de Herberg Drie Koningen
- de rustpunten en picknickbanken
We nemen je mee naar de Belgische Kust om te fietsen in de polders van Zuienkerke, Blankenberge en De Haan. Tussen de drukke badsteden Blankenberge en De Haan en de rustige polderdorpjes Meetkerke, Houthave, Vlissegem en Klemskerke, ligt een eeuwenoud weidelandschap. Deze polders vormen samen de Oudlandpolder, een van de laatste regio’s in Vlaanderen waar je een ononderbroken horizon kan zien.
Doorweven door vele sloten en bezaaid met tientallen veedrinkpoelen, vormt dit gebied een oase van rust langs de drukke kustlijn. Maar schijn bedriegt, want in de winter strijken hier duizenden ganzen neer, terwijl de lente het toneel vormt van honderden baltsende weidevogels.
De fietsroute werd in 2018 gepubliceerd in een folder met "De Oudlandpolder-fietsroutes". Bij de downloads kan je de folder nog terugvinden en ook het GPX bestand downloaden.
De Haan heeft tal van mogelijkheden, om te overnachten, iets te eten of gewoon iets te drinken. Als startplaats is deze badplaats minder interessant. Niet rechtstreeks bereikbaar met de trein. Met de wagen is het zeker in de zomermaanden niet eenvoudig om een parkeerplaats te vinden. Vooral op warme zomerdagen kan de drukte van de Belgische Kust een extra nadeel zijn. Meetkerke kan een alternatief zijn. Ook de wind kan in de Polders een felle tegenspeler zijn. Wat de natuur je teruggeeft is dan weer -soms letterlijk- adembenemend.
Wat betekenen de sterretjes? Je vindt de uitleg bij de informatie over de fietsblog op de homepagina.
De fietskaart laat je kiezen tussen De Haan of Meetkerke. Start je in de Haan dan vertrek je bij fietsknooppunt 6 ter hoogte van het emblematische tramstationnetje. Start je in Meetkerke dan vertrek je bij de kerk en rij je over het brugje van de Blankenbergse Vaart naar het knooppunt 52. De route volgt fietsknooppunten.
De polders vormen een vlak en uitgestrekt gebied. Het weidse landschap is een aaneenschakeling van akkers en weiden, doorsneden met oude dijken, kronkelende sloten en rietkragen. De typische reliëfrijke graslanden vertellen ons over het ontstaan van de polders, dat onlosmakelijk met de zee is verbonden.
Zo’n 10.000 jaar geleden bestond de kustvlakte uit een groot veenmoeras, dat door een brede duinengordel van de zee lag afgeschermd. Als gevolg van de zeespiegelstijging overstroomde het moerasgebied en werden door getijdenwerking in de veen- of turflaag grote watergeulen uitgeschuurd. Deze zorgden niet alleen voor de aanvoer van zeewater, maar tevens voor de ontwatering van het moeras. Hierdoor zakte de veenlaah als het ware in en werden depressies of laagten gevormd. Deze inklinking maakte dat de zee het veen kon overspoelen en dat er kleine kleideeltjes werden afgezet. Er ontstond een soort waddengebied met slikken en schorren. Zo werd negenoeg de hele kustvlakte met een dikke laag klei bedekt. De oude geulen en kreken zijn nog herkenbaar in het landschap als de hoger gelegen gronden, de zgn. Kreekruggen. De veenhoudende komgronden liggen lager. Deze reliëfrijke graslanden zijn pareltjes van natuur en landschapspracht. Bron: Samenwerkingsverband Oudlandpolder.
Ik verkies om in Blankenberge te vertrekken en twee keer 6 km extra te fietsen. De fietslus start voor mij dan bij knooppunt 34. Dit betekent ook dat ik wat langer op het fietspad langs de Brugse steenweg (N307) moet rijden. Het fietst gelukkig makkelijk met de wind in de rug, maar ben toch blij dat ik na 7 km eindelijk van deze weg verlost ben. Ik heb een heel eind de Gentele fietsroute gevolgd en ook voor de fietslus 2 van de Oudlandpolder fietsroutes is deze drukke weg blijkbaar niet te vermijden. Voorbij de afslag naar Nieuwmunster komen we langs het vroeger vliegveld Houthave-Flugplatz uit de Eerste Wereldoorlog. Nu wordt de rust hier alleen verstoord door het autoverkeer. De weidse velden liggen er vredig bij en bruine koeien grazen ongestoord op de malse weiden.
We verlaten de steenweg in het gehucht Strooienhaan en volgen het riviertje de Noordede tot bij de Blankenbergse Vaart die we via een houten bruggetje oversteken. Het is moeilijk te begrijpen dat deze kleine waterwegen vroeger van groot economisch belang waren voor het transport van goederen . De polders, dat zijn enorme akkers, graasweiden, hier en daar een boerderij, soms met een klein kapelletje en wind, soms veel wind. De wind werd hier vroeger goed gebruikt want in de Meetkerkse Moere kom ik bij de Grote Molen. De enige nog complete poldermolen met een scheprad in Vlaanderen. Tot begin 1928 werd de Grote Molen gebruikt om het overtollige water uit de Moeren weg te pompen naar de Blankenbergse Vaart. De vaart of toch het smalle pad naast de vaart brengt mij tot in het stemmige Meetkerke, bekend voor de Onze-Lievevrouw-Hemelvaartskerk met het miraculeuze mariabeeldje.
We hebben genoeg gefietst om in “Het Mortierken” een glas te drinken en een stukje verse kabeljauw te eten (zie Tripadvisor voor mijn restaurantbeoordeling). Bij het binnenkomen wordt duidelijk waar deze landelijke bistro zijn naam vandaan haalde. De uitbaatster toont me meteen en met grote fierheid, haar grote collectie van meer dan 500 mortieren. Ik krijg ook het verhaal te horen van het Mariabeeld dat ik na mijn lunch ga zoeken in het kleine kerkje.
Het was een mooie dag en de vissers van de Blankenbergse schuit hadden al veel gevangen. Ze zouden die dag nog iets heel bijzonders in hun netten vinden. Wanneer ze een laatste keer hun net ophaalden, lag er zowaar een Mariabeeld te midden de kluts zilverig spartelende tongetjes. Met veel omhaal voeren de vissers terug, brachten het beeld aan land en droegen het naar hun kerk in Blankenberge. De parochiepriester was zeer in zijn nopjes en gaf het beeld een mooie plaats. De volgende dag was het beeld verdwenen. Weg! Hij kreeg er kop noch staart aan want hij had toch het portaal van de kerk op slot gedaan en de deur van de sacristie afgesloten.
Maar wonder bij wonder viste dezelfde Blankenbergse schuit dat Mariabeeld voor de tweede keer op. Dit keer brachten ze het naar de kerk van Uitkerke en was het de beurt aan de parochiepriester van Uitkerke om blij te zijn. Maar hetzelfde herhaalde zich en het beeld verdween opnieuw nog voor de volgende ochtend.
En toen de vissers het beeld voor de derde keer opvisten, haalden ze er een jonge ezel bij, deden hem een gareel aan, bonden het Mariabeeld op zijn rug en lieten hem zelf de route bepalen. Het dier trok kilometers ver door de polders en in Meetkerke bleef het stilstaan, pal voor de deur van de kerk. Dat was duidelijk. Het beeld werd in de kerk van Meetkerke geplaatst waar het nog steeds staat.
Aan het beeld werden miraculeuze eigenschappen toegedicht, waardoor het dorp veel bedevaartgangers aantrok. Ook nu nog stapt elke eerste zondag na O.L.H. Hemelvaart een groep bedevaarders van Blankenberge naar Meetkerke. Bron: Het Mortieren.
Omstreeks de 10deeeuw werd gestart met het bouwen van dijken als bescherming tegen de zee en werden de gronden geleidelijk aan in cultuur gebracht. Een uitgebreid netwerk van sloten, laantjes en poelen zorgde voor de ontwatering van de natte gebieden. In die periode vormden zich op ‘veilige’ hoogten ook kleine nederzettingen, waaronder het huidige Klemskerke en Vlissegem. Bron: Gemeente De Haan.
Buiten de dorpskernen fiets ik vooral langs tarwevelden. Twee derde van de totale landbouwgrond in de Oudlandpolder is bedoeld voor akkerbouw. Tarwe voor de veevoeders is het belangrijkste gewas. Halfweg augustus rijden de pikdorsers dag en nacht om de rijpe tarwe te oogsten. In de polders achter Bredene volg ik een vrijliggend fietspad langs het natuurgebied D’Heye, een duinengebied van meer dan 1000 jaar oud. Waar het fietspad Vosseslag aandoet, bevind ik mij midden de vakantiedorpen met tientallen kleine, witte vissershuisjes. Vanaf het kruispunt op de Leopoldlaan in De Haan, met het mooiste tramstationnetje van de Kust, fiets ik rechts langs de Duinbossen, één van de groene parels langs de kust. De lichtzoete geur van de dennenbomen slaat in mijn neus. Ik ben opnieuw bij knooppunt 34 en heb nog 6 km te rijden voor ik opnieuw in Blankenberge ben.